Friday, December 02, 2005

'Druppel op een gloeiende plaat??'


Township orphan
Originally uploaded by CharlesFred.
Nog steeds in Zambia. Schijnbaar niet weg te slaan uit dit land. Ondertussen wordt het bijna onmogelijk duur. De nationale munt, kwacha is als een gek aan het stijgen. Wat is er aan de hand? In september was 1 usd = 5.000 kwachas, nu in november/december is 1 usd = 3.200. Een van de redenen is de sanering van de schulden van Zambia. Op de G8 meeting is immers besloten om een aantal arme landen hun schulden kwijt te schelden; Zambia is er een van. Daarnaast is er sprake van een stijging van de internationale koperprijs i.v.m. de grotte vraag vanuit China. Zambia is een grote koperproducent. De lokale bevolking heeft er op dit moment nog weinig baat bij. De prijzen, met name van benzine, zijn nog steeds erg hoog. Voor ons toeristen is het een ramp, de prijzen veranderen per dag en het is steeds moeilijker om geld te wisselen.
Maar goed vandaag een goede dag gehad. Gisteren waren we in onze backpackershotel Benson tegen gekomen. Benson is een soort van gids en probeert zo wat geld te sparen voor zijn accountantopleiding. We hadden met hem afgesproken om een zogenaamde 'township tour' te doen. Hij zou ons Lusaka van een andere kant laten zien.
Vanmorgen om 8.30 zijn we gestart. Allereerst richting de markt gelopen. Daar het regenseizoen is, was de weg een bijna onbegaanbare, stinkende modderpoel. Links en rechts zaten mensen met hun stalletjes allerlei producten te verkopen. Om de haveklap moest je wachten op een auto anders was je in no time zelf een modderpoel.
Na de onoverdekte markt zijn we de markthallen ingelopen. Daar werden vooral kleding, huishoudelijke artikelen en kruiden verkocht. Na een snelle blik zijn we met de minibus naar de township gereden.
Aangekomen in Misisi, de naam van de township, werd het ons al gauw duidelijk dat we nog lang niet de ergste armoede van Afrika hadden gezien... die stond nu op ons te wachten. De hutjes en stenen huizen zijn op een vuilnisbelt gebouwd, of anders gezegd er ligt zoveel rotzooi dat de mensen op hun eigen vuilnisbelt wonen. Er zijn een aantal openbare toiletten en de meesten zijn kleine hokjes met een gat in de grond. Sommige zijn opgetrokken uit plastic zakken.
We hebben eerst een lagere school bezocht. De schapenhokken van mijn vader waren daar nog luxe villas bij. Een groep kinderen zat op houten bankjes in een donker hok waar het enige daglicht door de gaten in de dakbedekking kwam. Ze waren (of leken) nog erg jong. In totaal gaan er zo'n 100 kinderen naar deze school. De school is opgezet door de township zelf en krijgt geen of nauwelijks geld. Afentoe komt er wat geld, boeken, krijtjes, schriften en posters binnen van een toerist die via Benson de school heeft bezocht.
De kinderen zijn voornamelijk weeskinderen en ook hier zijn malaria en aids de grootste boosdoenders. Als je dit ziet dan ga spontaan denken waar is mijn bankpas. Van alle scholen die we gezien hebben, was dit toch echt wel het ergst. Maar goed waar moet je beginnen? Bij het dak, dat straks met meer regen in kan storten, bij de schriften, bij de pennen? Het lijkt bijna onbegonnen werk. Ondertussen kijken de leerlingen je vriendelijk aan en scanderen al staande prachtige volzinnen zoals: good morning Sir. How are you Sir?
Aan de wand hangen posters in het Engels die gebruik worden om kinderen Engels te leren, boeken zijn er niet en ook geen tafels om aan te zitten.
Na de school zijn we door het gebied gelopen. Het stinkt er en nu vooral met de regen is het een broedplaats voor ziektes... als of ze al niet genoeg misere hebben.
Op de vraag wat de politiek en met name de lokale politiek er aan doet, is het antwoord simpel: niets!
Een gezin bezocht waar de dochter en haar man overleden zijn aan aids. De grootouders ontfermen zich over de zesjarige kleinzoon. De jongen heeft kans om in januari naar een school te gaan dat betaald wordt door de overheid. Maar dan moet hij wel een paar schoenen hebben, drie schriften, een paar pennen en vooral een schooluniform. Benson toverde alles, behalve het uniform uit een schooltas/rugzak. Hij vertelde dat een dame uit het Westen, na een toer met hem, acht kinderen sponsert. Voor het bedrag van zo'n 150 usd kunnen dus die acht naar school. Maar ja wat zijn acht op een groep van duizend? Is het een druppel op een gloeidende plaat of zijn het toch lichtjes aan een donkere hemel?
Na dit bezoek zijn we via de lokale markt in de township richting de spoorlijn gelopen en met een taxi naar het parlement gereden.
Het was een grote overgang van de township naar het parlement. Het gebouw is in 1967 geopend door president Kaunda. Het parlement heeft 158 leden. Honderdenvijftig worden gekozen door de bevolking en acht worden aangewezen door de president, zonder democratische controle. Het systeem is eigenlijk een soort van kopie van het Engelse Lagerhuis. De rondleiding was erg indrukwekkend maar helaas was gisteren de laatste zitting en moesten we het doen zonder debat. Ook hier wordt driftig gesproken over een nieuwe grondwet met minder macht voor de president en meer macht voor het parlement.
Op de terugweg langs een grote shoppingcentre gelopen en wat gegeten in een hamburgertent. Drie 'happy meals' voor de prijs van 30 Usd. Daar hadden we ook weer een kind voor kunnen helpen. Benson maakte zich wat kwaad over het feit dat een groep van zo'n 20 Aidsactivisten daar ook aten en niet in de township zodat die mensen daar ook wat verdienen.

Labels: ,

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Locations of visitors to this page